speel op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speel op    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspel ˈɔp/
Woordafbreking
  • speel op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opspelen

speel (…) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspelen
    • Ik speel op. 
  2. gebiedende wijs van opspelen
    • Speel op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspelen
    • Speel je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord speel op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.