spaarzegel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spaar·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaarzegel spaarzegels
verkleinwoord spaarzegeltje spaarzegeltjes

Zelfstandig naamwoord

spaarzegel m

  1. een stukje papier met een kleeflaag aan de achterkant (zoals een postzegel dat je krijgt bij aankopen in een winkel en dat je kan plakken op een spaarkaart bij een volle spaarkaart krijg je beloning.
    • nederlanders zijn dol op '''spaarzegels'''. 

Gangbaarheid

  • Het woord spaarzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.