spaarzegel
Nederlands
Woordafbreking
- spaar·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spaar ww en zegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spaarzegel | spaarzegels |
verkleinwoord | spaarzegeltje | spaarzegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
spaarzegel m
- een stukje papier met een kleeflaag aan de achterkant (zoals een postzegel dat je krijgt bij aankopen in een winkel en dat je kan plakken op een spaarkaart bij een volle spaarkaart krijg je beloning.
- nederlanders zijn dol op '''spaarzegels'''.
Gangbaarheid
- Het woord spaarzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spaarzegel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.