souris

Frans
Uitspraak
  • IPA: /suˈʁɪ/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  souris     la souris     souris     les souris  

Zelfstandig naamwoord

souris v

  1. (zoogdieren) muis (knaagdier)
  2. (informatica) muis (computermuis)
  3. (informeel) meisje, griet, meid [1]
Afgeleide begrippen
  1. chauve-souris, souriceau, souricière
Uitdrukkingen en gezegden
  • on entend trotter une souris
    • het is muisstil (heel stil)
Spreekwoorden
  • le chat parti, les souris dansent / quand le chat n’est pas là, les souris dansent
    • als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel (als er geen toezicht is, doet men wat men wil)

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 191
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.