soul
Nederlands
Woordafbreking
- soul
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘negermuziek’ voor het eerst aangetroffen in 1960 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soul | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
soul v / m
- (muziek) een muziekstijl die in de jaren vijftig en zestig ontstond uit rhythm-and-blues en gospelmuziek bij de Afro-Amerikaanse bevolking in het zuiden van de Verenigde Staten
Afgeleide begrippen
- soulfood, soulkikker, soulmate, soulmuziek, soulpijp, soulstamper, soulvol, soulwax
Gangbaarheid
- Het woord soul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'soul' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.