soera
Nederlands
Woordafbreking
- soe·ra
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘hoofdstuk van de koran’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
- van het Arabisch 'sūra' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soera | soera's |
verkleinwoord | soeraatje | soeraatjes |
Zelfstandig naamwoord
soera v / m
- (religie) elk van de 114 hoofdstukken van de Koran bestaande uit meerdere verzen (aya, ayat of ayah)
Gangbaarheid
- Het woord soera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'soera' herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.