soek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsuk/
Woordafbreking
  • soek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘bazaarstraat’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • Afkomstig van het Arabische سوق (suq)
enkelvoud meervoud
naamwoord soek soeks
verkleinwoord soekje soekjes

Zelfstandig naamwoord

soek m

  1. overwelfde nauwe straat met bazaars en werkplaatsen in Noord-Afrika en de landen van het Midden-Oosten

Gangbaarheid

  • Het woord soek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.