snotterig
Nederlands
Woordafbreking
- snot·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van snot met het achtervoegsel -erig
- Naamwoord van handeling van snotteren met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | snotterig | snotteriger | snotterigst |
verbogen | snotterige | snotterigere | snotterigste |
partitief | snotterigs | snotterigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
snotterig
- met een verstopte neus waar slijm uitkomt
- Hij was niet echt ziek maar wel snotterig.
Gangbaarheid
- Het woord snotterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snotterig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.