snotteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snot·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snotteren
snotterde
gesnotterd
zwak -d volledig

Werkwoord

snotteren

  1. door de neusgaten neusslijm verliezen
  2. telkens neusslijm ophalen
  3. door hevig verdriet traanvocht door de neusgaten verliezen
Hyponiemen
  • besnotteren
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord snotteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.