snotneus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snot·neus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snotneus snotneuzen
verkleinwoord snotneusje snotneusjes

Zelfstandig naamwoord

snotneus m

  1. jonge onverlaat, iemamd die nog niet meetelt
    • Ik laat mij door die snotneus de les niet lezen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snotneus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.