snokken
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
snokken o
- Het snokken, de actie van het snokken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
snokken |
snokte |
gesnokt |
zwak -t | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord snokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snokken' herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.