snoeisel

Nederlands

vervoer van gambir-snoeisel
Uitspraak
Woordafbreking
  • snoei·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling snoeien met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord snoeisel snoeisels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

snoeisel o [1]

  1. wat bij het snoeien van een boom of struik valt
    • Vorig jaar werd volgens de stichting taxussnoeisel verzameld voor 10.270 chemotherapieën. Doel voor dit jaar is een verdubbeling daarvan. Mensen die mee willen doen, dienen het groenafval op te vangen met een doek of zeil, zodat het snoeisel zuiver blijft.[2] 
    • Vermijd taxus te planten op plaatsen die bereikbaar zijn voor dieren. Laat ook nooit snoeisel achter in de omgeving.[3] 
Synoniemen
  • snoeiafval

Gangbaarheid

  • Het woord snoeisel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.