snijbank
Nederlands
Woordafbreking
- snij·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snijden ww en bank zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | snijbank | snijbanken |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
snijbank v/m [1]
- werkbank waarop of waaraan men iets kan snijden
- Neem de fabriek voor medische instrumenten in Goedermes. Een bouwval waar de draaibanken, freesmachines en snijbanken staan weg te roesten. Van de elfhonderd werknemers is nog maar een handvol over. De productie die ooit naar 26 landen werd uitgevoerd ligt al tien jaar stil. [2]
- „Die visboeren kunnen zelf vaak óók niet fileren”, schimpt Arie Kuyt terwijl hij in de snijruimte van de Katwijkse vishandel Schuitemaker een dijbeendikke kabeljauw vanuit een krat op een snijbank pletst. [3]
Gangbaarheid
- Het woord snijbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snijbank' herkend door:
| 90 % | van de Nederlanders; |
| 95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC David Jan Godfroid 1 juli 2004 Oorlog op de rand van een oorlog
- NRC Menno Steketee 5 september 2009 Fijn op de graat snijden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.