smokkelaar
Nederlands
Woordafbreking
- smok·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smokkelaar | smokkelaars |
verkleinwoord | smokkelaartje | smokkelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
smokkelaar m
- iemand die illegaal goederen of mensen over de grens brengt
- Eind 2003 is begonnen met zogenaamde "100% controles" om drugssmokkel tegen te gaan. Van vluchten uit aangewezen risicogebieden zoals de Nederlandse Antillen, Aruba, en later ook Suriname naar Nederland wordt voortaan iedereen gecontroleerd op drugs. Daardoor is het gemiddeld aantal smokkelaars teruggelopen van 35 à 50 per vlucht naar gemiddeld 2 per vlucht.
Gangbaarheid
- Het woord smokkelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smokkelaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.