smaragd
![](../I/m/B%C3%A9ryl_var._%C3%A9meraude_sur_gangue_(Muzo_Mine_Boyaca_-_Colombie)_15.jpg)
Smaragd.
Nederlands
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘edelgesteente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1475 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smaragd | smaragden |
verkleinwoord | smaragdje | smaragdjes |
Zelfstandig naamwoord
smaragd
- o (mineraal) een variëteit van beril die geldt als de edelste steen uit de berylgroep met chemische formule Be3Al2(SiO3)6,
- m een edelsteen bestaande uit het mineraal [1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord smaragd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smaragd' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.