sluieren
Nederlands
![](../I/m/Indian_depiction_of_Muhammad_(circa_1800).jpg)
sluieren van het gelaat van de profeet
Woordafbreking
- slui·e·ren
Werkwoord
sluieren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sluieren |
sluierde |
gesluierd |
zwak -d | volledig |
- dragen van een dunne doek die (een gedeelte van) het haar en het gezicht bedekt
- We beginnen in Iran, dat een lange traditie heeft in het voorschrijven hoe vrouwen zich moeten kleden. In 1936 werd het hen verboden om de chador te dragen – een verhullend zwart gewaad dat door de Sjah als ouderwets en on-Europees werd beschouwd. Het resultaat was dat vrouwen die zich wilden sluieren thuis bleven of een andere kledingstijl aannamen die weliswaar minder traditioneel was, maar toch het hoofd en het grootste deel van het lichaam bedekte. [3]
Synoniemen
- bedekken, bemantelen
Gangbaarheid
- Het woord sluieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sluieren' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- sluieren op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Anna Krijger 15 maart 2018 De trends in de moslimmode
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.