slaapwandelen
Nederlands
Woordafbreking
- slaap·wan·de·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap en wandelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slaapwandelen |
slaapwandelde |
geslaapwandeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
slaapwandelen
- inergatief (medisch) onbewust daarvan rondwandelen in een toestand van slaap
- Hij heeft vannacht weer geslaapwandeld.
Gangbaarheid
- Het woord slaapwandelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slaapwandelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.