skiër

Niet te verwarren met: skier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  skiër    (hulp, bestand)
  • IPA: /skiər/
Woordafbreking
  • ski·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van skiën met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord skiër skiërs
verkleinwoord skiërtje skiërtjes

Zelfstandig naamwoord

skiër m

  1. een mannelijk iemand die aan skiën doet
    • Hij is ondertussen een beroemde skiër geworden. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord skiër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.