sjoemelen
Nederlands
Woordafbreking
- sjoe·me·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘knoeien’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1]
- van het Duits [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sjoemelen |
sjoemelde |
gesjoemeld |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord sjoemelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sjoemelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.