sjoemelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjoe·me·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘knoeien’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1]
  • van het Duits [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sjoemelen
sjoemelde
gesjoemeld
zwak -d volledig

Werkwoord

sjoemelen [3]

  1. onovergankelijk (informeel) knoeien, frauderen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sjoemelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.