situering
Nederlands
Woordafbreking
- si·tu·e·ring
Zelfstandig naamwoord
situering v [1]
- de plaats waar iets is t.o.v. andere zaken
- De panelen mogen niet hoger dan drie meter worden, in plaats van de oorspronkelijke vier meter hoog. Tot slot heeft het buurtcomité inspraak gehad in de situering van de ingang van het zonnepark.[2]
- 'In alle vier ontwerpen bevinden de gemeenschappelijke ruimtes zich aan de voorkant en de woningen in het rustige deel daarachter", vat gemeentelijk projectmanager Maaike Schaepers samen. Ïn het ene model waarin de school naar achteren is gesitueerd kunnen de omwonenden gelijk zien wat daarvan de consequenties zijn voor de situering van de wooneenheden."[3]
Synoniemen
- lokalisering, lokalisatie, ligging, plaatsing
Gangbaarheid
- Het woord situering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'situering' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.