sieren

Nederlands

Uitspraak

Geluid: sieren (hulp, bestand)

Woordafbreking

sie·ren

Woordherkomst en -opbouw

[1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
sieren	sierde	gesierd
zwak -d	volledig

Werkwoord

sieren [2]

overgankelijk tooien, tot eer zijn / strekken

Verwante begrippen

decoreren, uitdossen

Hyponiemen

ontsieren, opsieren, versieren

Afgeleide begrippen

sieraanplanting
sieranker
sierappel
sierasperge
sierbestrating
sierbeton
siergewas
siergras
siergrind
sierheester

sierkers
sierkool
sierkunst
sierkurk
sierletter
sierlijk
siermais
siernetel
sierplant
sierpleister

sierpompoen
sierpoort
sierpot
sierprothese
sierrand
sierras
sierschrift
siersel
sierspeld
siersteek

siersteen
sierstrip
siertabak
siertajer
sierteelt
siertegel
siertuin
siervis
siervogel
siervuurwerk

Vertalingen

1.

Engels: adorn ^(en), decorate ^(en), ornament ^(en)

Spaans: adornar ^(es), engalanar ^(es), ornamentar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord sieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sieren' herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.