shirt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  shirt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃʏːrt/
Woordafbreking
  • shirt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hemd’ voor het eerst aangetroffen in 1913 [1]
  • Afkomstig van het Engelse shirt.
enkelvoud meervoud
naamwoord shirt shirts
verkleinwoord shirtje shirtjes

Zelfstandig naamwoord

shirt o

  1. (kleding) een hemdachtig kledingstuk dat het bovenlijf bedekt
    • Hij stond daar in z'n shirtje in de kou. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord shirt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.