sept

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sept
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

sept m

  1. (afkorting) negende kalendermaand, september
  1. «Gesloten: 5 sept 2011 en 19 sept 2011.»
    Op 5 en 19 september 2011 gesloten.
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: sept., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten[1].
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord sept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

0007
sept,
op een abacus


Telwoord (Frans)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • sept
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

sept

  1.  zeven ht , het getal 7
Afgeleide begrippen
  • septième
  • sept-cents (als zelfstandig woord worden honderdtallen geschreven met de -s van het meervoud, maar in de telwoorden die weer met dit hondervoud worden gevormd wordt die -s niet geschreven)
  • sept-mille
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.