sept
Nederlands
Woordafbreking
- sept
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord september
Zelfstandig naamwoord
sept m
- (afkorting) negende kalendermaand, september
- «Gesloten: 5 sept 2011 en 19 sept 2011.»
- Op 5 en 19 september 2011 gesloten.
- «Gesloten: 5 sept 2011 en 19 sept 2011.»
Verwijzingen
- Afkortingen van de namen van de maanden op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-10-25
Frans
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 0 | 0 | 7 |
sept,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- sept
Afgeleide begrippen
- septième
- sept-cents (als zelfstandig woord worden honderdtallen geschreven met de -s van het meervoud, maar in de telwoorden die weer met dit hondervoud worden gevormd wordt die -s niet geschreven)
- sept-mille
hoofdtelwoorden samengesteld met "sept" als rechterdeel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.