separeren
Nederlands
Woordafbreking
- se·pa·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
separeren |
separeerde |
gesepareerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
separeren [2]
- overgankelijk afzonderen, van elkaar scheiden, afscheiden
- het separeren van de variabelen heeft al vele problemen opgelost
Gangbaarheid
- Het woord separeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'separeren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.