separeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·pa·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
separeren
separeerde
gesepareerd
zwak -d volledig

Werkwoord

separeren [2]

  1. overgankelijk afzonderen, van elkaar scheiden, afscheiden
    • het separeren van de variabelen heeft al vele problemen opgelost 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord separeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.