segment
Nederlands
Woordafbreking
- seg·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cirkeldeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1740 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | segment | segmenten |
verkleinwoord | segmentje | segmentjes |
Zelfstandig naamwoord
segment o
- onderdeel, elk van de delen die samen een constructie vormen
- deel van een cirkel of bol
- (biologie) elk van de min of meer gelijkvormige delen van een dier, plant of orgaan
Gangbaarheid
- Het woord segment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'segment' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.