scribent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scri·bent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘schrijver’ voor het eerst aangetroffen in 1571 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord scribent scribenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

scribent m

  1. (beroep) schrijver
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord scribent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.