schuldbewust
Nederlands
Woordafbreking
- schuld·be·wust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schuld zn en bewust bn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schuldbewust | schuldbewuster | (schuldbewustst) * |
verbogen | schuldbewuste | schuldbewustere | (schuldbewustste) * |
partitief | schuldbewusts | schuldbewusters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schuldbewust
- manier van doen waardoor je laat blijken dat je inziet dat je een fout hebt begaan
- Vorige week ontvingen we lezerspost waarin een beetje boos werd opgemerkt dat we nadrukkelijk uitbundig vlees aten, dus schuldbewust zoeken we dit keer weer iets uit voor carnivoren én voor vegetariërs. [2]
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest schuldbewust(e)" worden gebruikt.[3][4]
Gangbaarheid
- Het woord schuldbewust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schuldbewust' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Petra Possel 2 februari 2017
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.