schrok op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrok op    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxrɔk ˈɔp/
Woordafbreking
  • schrok op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opschrikken

schrok op

  1. enkelvoud verleden tijd van opschrikken
    • Ik schrok op. 
    • Jij schrok op. 
    • Hij, zij, het schrok op. 
vervoeging van
opschrokken

schrok (…) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrokken
    • Ik schrok op. 
  2. gebiedende wijs van opschrokken
    • Schrok op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrokken
    • Schrok je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord schrok op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.