schrapper

Nederlands

[1] schrapper
Uitspraak
Woordafbreking
  • schrap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schrapper schrappers
verkleinwoord schrappertje schrappertjes

Zelfstandig naamwoord

schrapper m [1]

  1. (gereedschap) voorwerp waarmee je iets kunt wegschrappen
  2. iemand die iets verwijdert of doorkrast
    • De snode schrappers van de lange vitrineteksten zijn Monica E. Benjaminse en Gerhard J. Kreeftmeijer van de educatieve dienst, ook wel 'presentatie' geheten. Ze waren beiden net afgestudeerd aan de Reinwardt-academie in Leiden, de HBO voor Museologie die nu naar Amsterdam gaat, toen ze vier jaar geleden bij Museum Boerhaave kwamen. Kreeftmeijer: “ Net van de academie en dan gelijk een heel museum herinrichten, daar droom je van.” [2] 
    • En niet altijd met een verklaring onder handbereik: waarom deed premier Hans Modrow of de democratie ten onder ging, nadat het volk begonnen was de hoofdkwartieren van de geheime dienst te bestormen? Hadden de Oostberlijnse censoren gelijk, door zichzelf eerder als helden van het vrije woord, dan als botte schrappers en verbieders te beschouwen? [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord schrapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.