schotelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scho·te·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schotelen
schotelde
geschoteld
zwak -d volledig

Werkwoord

schotelen [1]

  1. op een schotel doen, opdoen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord schotelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.