schorpioen

Niet te verwarren met: Schorpioen
1. schorpioen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schor·pi·oen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spinachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord schorpioen schorpioenen
verkleinwoord schorpioentje schorpioentjes

Zelfstandig naamwoord

schorpioen m

  1. (dierkunde) geleedpotige, behorende tot de klasse der spinnen, die een gifangel bezit
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schorpioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.