schooltijd
Nederlands
Woordafbreking
- school·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van school en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schooltijd | schooltijden |
verkleinwoord | schooltijdje | schooltijdjes |
Zelfstandig naamwoord
schooltijd m
- De levensfase dat men naar school gaat.
- De tijden van de dag dat men naar school gaat.
Gangbaarheid
- Het woord schooltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schooltijd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.