schoener

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoe·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1809 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord schoener schoeners
verkleinwoord schoenertje schoenertjes

Zelfstandig naamwoord

schoener m

  1. (scheepvaart) een 18e eeuws langsgetuigd zeilschip met oorspronkelijk 2, maar later ook meer masten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schoener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.