schilderwerk
Nederlands
Woordafbreking
- schil·der·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schilder en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schilderwerk | schilderwerken |
verkleinwoord | schilderwerkje | schilderwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
schilderwerk o [1]
- het schilderen van een huisschilder
- Wij hebben dit jaar het schilderwerk aan ons huis laten doen.
- Het schilderwerk is na 10 jaar wel aan een opknapbeurt toe.
- het product van het kunstschilderen
- In het museum hingen vele fraaie schilderwerken.
Gangbaarheid
- Het woord schilderwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schilderwerk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.