schijnsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schijnĀ·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van schijnen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord schijnsel schijnsels
verkleinwoord schijnseltje schijnseltjes

Zelfstandig naamwoord

schijnsel o

  1. zacht licht van een lamp of kaars
    • Bij het schijnsel van een paar kaarsen nuttigden wij een intieme maaltijd. 

Gangbaarheid

  • Het woord schijnsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.