schepijs
Nederlands
Woordafbreking
- schep·ijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schep ww en ijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schepijs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
schepijs o [1]
- (room)ijs dat met een ijsschep uit een grote bak wordt geschept
- Mijn favoriete ijs is altijd sorbetijs geweest. De echte favoriet was de ene keer mango, dan citroen en dan weer passievrucht, maar het was altijd schepijs met fruitsmaak. Frambozen is ook zo’n smaak die altijd goed is. Nu heb ik de combinatie van frambozen en champagne al vaak in andere vormen geproefd dus ik kan me voorstellen dat dit recept een heerlijk ijsje oplevert.[2]
Gangbaarheid
- Het woord schepijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schepijs' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.