scheen uit
Nederlands
Woordafbreking
- scheen uit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschijnen |
scheen (...) uit
- enkelvoud verleden tijd van uitschijnen
- Ik scheen uit.
- Jij scheen uit.
- Hij, zij, het scheen uit.
- Ik scheen uit.
Gangbaarheid
- Het woord scheen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.