scenario
Nederlands
Woordafbreking
- sce·na·rio
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘draaiboek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scenario | scenario's |
verkleinwoord | scenariootje | scenariootjes |
Zelfstandig naamwoord
scenario o
- een kort uitgewerkt schema voor de handeling van een dramatisch werk, zoals een toneelstuk, opera of film
- Niet dat The Favourite zich iets aantrekt van de werkelijkheid, of hoe die werkelijkheid er in films over die periode doorgaans uitziet. Dat komt door het smeuïge scenario van Deborah Davis en Tony McNamara, vol seks en jaloezie, verraad en vulgariteiten. Het woord ‘kutwijf’ valt verrassend vaak. [2]
- een samenvattend overzicht van de chronologische samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
- [1] scenarioschrijfster, scenarioschrijver, scenariotekst, scenarist, scenarieel
Vertalingen
1. een kort uitgewerkt schema voor de handeling van een dramatisch werk
Gangbaarheid
- Het woord scenario staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'scenario' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "scenario" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.