sarcastisch
Nederlands
Woordafbreking
- sar·cas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sarcastisch | sarcastischer | |
verbogen | sarcastische | sarcastischere | |
partitief | sarcastisch | sarcastischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sarcastisch [1]
- met bittere spot
- Dat is niet de allerbeste prestatie die ik ooit in mijn carrière heb gezien zei de sarcastische leraar tegen de leerling die geen enkele vraag goed had bij het examen.
Gangbaarheid
- Het woord sarcastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sarcastisch' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.