sarcastisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sar·cas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen sarcastischsarcastischer
verbogen sarcastischesarcastischere
partitief sarcastischsarcastischers-

Bijvoeglijk naamwoord

sarcastisch [1]

  1. met bittere spot
    • Dat is niet de allerbeste prestatie die ik ooit in mijn carrière heb gezien zei de sarcastische leraar tegen de leerling die geen enkele vraag goed had bij het examen.  

Gangbaarheid

  • Het woord sarcastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.