sanatorium

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·na·to·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘herstellingsoord’ voor het eerst aangetroffen in 1907 [1]
  • afgeleid van het Latijnse sanare (genezen) met het achtervoegsel -orium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sanatorium sanatoria
sanatoriums
verkleinwoord sanatoriumpje sanatoriumpjes

Zelfstandig naamwoord

sanatorium o [3]

  1. herstellingsoord (voor chronisch zieke patiënten)
Hyponiemen
  • volkssanatorium
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sanatorium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.