samenstel
Nederlands
Woordafbreking
- sa·men·stel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen en stel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samenstel | samenstellen |
verkleinwoord | samenstelletje | samenstelletjes |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenstellen |
samenstel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen
- ... dat ik samenstel.
Gangbaarheid
- Het woord samenstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'samenstel' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.