samarbejde

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈsɑmɑˌbɑjˀdə /
Woordafbreking
  • sam·ar·bej·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Deense werkwoord arbejde met het voorvoegsel sam-
Naar frequentie 2369
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samarbejde
samarbejder
samarbejdede
samarbejdet
volledig

Werkwoord

samarbejde

  1. samenwerken


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   samarbejde     samarbejdet     samarbejder     samarbejderne  
genitief   samarbejdes     samarbejdets     samarbejders     samarbejdernes  

Zelfstandig naamwoord

samarbejde

  1. samenwerking
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.