saamhorigheid
Nederlands
Woordafbreking
- saam·ho·rig·heid
Zelfstandig naamwoord
saamhorigheid v
- het gevoel van samen een geheel te zijn
- Door de voetbal overwinning was de saamhorigheid in de stad weer enorm toegenomen
- De gevolgen van de ramp werden in grote saamhorigheid bestreden.
Gangbaarheid
- Het woord saamhorigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'saamhorigheid' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.