rune
Nederlands
Woordafbreking
- ru·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘Oudgermaans schriftteken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1799 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rune | runen |
verkleinwoord | runetje | runetjes |
Zelfstandig naamwoord
rune v/m
- een schriftteken van het Oud-Germaanse alfabet
- Hij kende alle runen uit zijn hoofd en kon er ook mee schrijven.
Vertalingen
1. een schriftteken van het Oud-Germaanse alfabet
Gangbaarheid
- Het woord rune staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rune' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Engels
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudengelse rūn.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.