rugwervel

Nederlands

rugwervels die samen de ruggengraat vormen
Uitspraak
  • Geluid:  rugwervel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrʏxwɛrvəl/
Woordafbreking
  • rug·wer·vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rugwervel rugwervels
verkleinwoord rugwerveltje rugwerveltjes

Zelfstandig naamwoord

rugwervel m [1]

  1. (anatomie) een van de botten die samen de ruggengraat vormen
    • Astronauten groeien gemiddeld 2 tot 5 centimeter als ze in de ruimte zijn. Dat komt doordat er geen zwaartekracht is die de rugwervels op elkaar drukt. [2] 
    • Wesseling heeft een gebroken rugwervel. Ze droeg thuis zeven weken een gipskorset. "Ik ging door een hel van pijn voordat ik vijftien minuten kon staan." Later blijkt dat ook haar hielbeen scheef staat en haar vinger door een breuk scheef groeit. [3] 
    • Met racen op topniveau stopte Bult eind 1971 na een crash met zijn Yamsel op het stratencircuit van Vessem in Noord-Brabant, waarbij hij een rugwervel brak. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rugwervel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.