rubriceren
Nederlands
Woordafbreking
- ru·bri·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rubriceren |
rubriceerde |
gerubriceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rubriceren overgankelijk [1] [2]
- iets of iemand in een rubriek, categorie of klasse onderbrengen of verdelen, groeperen, classificeren
- de beginletters (in middeleeuwse handschriften en drukken) aanbrengen (in rood 'ruber' = rood)
Gangbaarheid
- Het woord rubriceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rubriceren' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.