rozig
Nederlands
Woordafbreking
- ro·zig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rozig | roziger | rozigst |
verbogen | rozige | rozigere | rozigste |
partitief | rozigs | rozigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rozig
- een licht rode kleur
- Meisjes houden van rozige spulletjes.
- aangenaam lui vaak na een hete douche of een warm bad
- Ik was lekker rozig na de douche die ik genomen had na de lange wandeling.
Gangbaarheid
- Het woord rozig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rozig' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.