rottend
Nederlands
![](../I/m/Chrysomya_albiceps_eating.jpg)
vlieg etend van rottend vlees
Woordafbreking
- rot·tend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rotten |
rottend
- onvoltooid deelwoord van rotten
stellend | |
---|---|
onverbogen | rottend |
verbogen | rottende |
partitief | rottends |
Bijvoeglijk naamwoord
rottend
- van iets dat het aan het vergaan is
- - Het rottende lijk stonk verschrikkelijk.
- - Een eenvoudige jacht is het niet. Beslommeringen over lijndikte, aas (rottend rundervlees), zorgen over de dobber (een flinke boei). Problemen met het weer zijn talrijk. De mannen kunnen alleen uitvaren bij blakstil weer en Lofoten kent een ruige meteorologie. En dan nog, bij een mogelijke vangst wacht het beeld van een Groenlands haaiengebit vlak naast een rubberboot. [1]
Gangbaarheid
- Het woord rottend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Atte Jongstra 28 oktober 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.