rommel aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • romĀ·mel aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanrommelen

rommel aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen
    • Ik rommel aan. 
  2. gebiedende wijs van aanrommelen
    • Rommel aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen
    • Rommel je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord rommel aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.