aanrommelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrommelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌrɔmələ(n)/
Woordafbreking
  • aan·rom·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanrommelen
rommelde aan
aangerommeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aanrommelen

  1. inergatief planloos te werk gaan
    • In het begin rommelde de band maar wat aan. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanrommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.