aanrommelen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·rom·me·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en rommelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrommelen |
rommelde aan |
aangerommeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanrommelen
- inergatief planloos te werk gaan
- In het begin rommelde de band maar wat aan.
Gangbaarheid
- Het woord aanrommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanrommelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.