romer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van roemen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord romer romers
verkleinwoord romertje romertjes

Zelfstandig naamwoord

romer m [1] [2]

  1. groot wijnglas, een roemer
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord romer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • ro·mer
Naar frequentie 17924

Zelfstandig naamwoord

romer, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rom (betekenis [C] van rom)


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ro·mer
Naar frequentie 311132
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   -     -     romer     romerna  
genitief   -     -     romers     romernas  

Zelfstandig naamwoord

romer, mv

  1. Roma, zigeuner
Synoniemen
  • zigenare
Verwante begrippen
  • romani (taal)

Zelfstandig naamwoord

romer

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van rom
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.